Terugblik: Landgoed Blikkenburg en de sompige bodem van Zeist

Foto: wiki

Vroeger had je geen droge voeten in Zeist.

En wat is vroeger? Toen in 1122 de Rijn bij Wijk bij Duurstede werd afgedamd, kon het drassige gebied tussen Wijk en Utrecht ontgonnen worden en ontwikkelde Zeist zich tot een klein dorp met een kerk. De toren van de huidige Oude kerk stamt nog uit die tijd.

Daarna wordt het in de geschiedenis boeken stil. Het enige wat vermeldingswaard is is de aanwezigheid van een drietal Ridderhofsteden (kastelen) in Zeist: Huis Zeist, Blikkenburg en Kersbergen en het feit dat de Bisschop van Utrecht voor het aanvaarden van wereldlijke macht de kerkklok in Zeist moest luiden. Landgoed Blikkenburg herinnert nog altijd aan die tijd.

Pas als Lodewijk de 14de in 1672 twee weken in Zeist verblijft met een leger van 10.000 man is Zeist even aanwezig op de wereldkaart. Het jaar 1672 staat in de Nederlandse geschiedenis bekend als het Rampjaar. Volgens een Nederlands gezegde was “de regering radeloos, het volk redeloos en het land reddeloos“.

In dit jaar begon de Hollandse Oorlog en werd de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden aangevallen door EngelandFrankrijk en de bisdommen Münster en Keulen, onder het gezag van, respectievelijk Bernard von Galen en Maximiliaan Hendrik van Beieren.

De Franse legers konden niet de kortste route door de Spaanse Nederlanden nemen omdat Frankrijk keizer Leopold I, aartshertog van Oostenrijk, buiten de strijd wilde houden. Daarom waren de bisdommen door de Fransen om logistieke redenen tot bondgenoot gemaakt. De binnenvallende legers trokken op 12 juni 1672 over de Rijn bij Lobith en versloegen het zwakke leger van de Republiek en bezetten snel veel grondgebied in het landschap Twente en het graafschap Zutphen.

Door deze tegenslagen brak paniek uit in de niet bezette delen van de Republiek.

Cookieinstellingen