Evangelisch-Lutherse gemeente Utrecht-Zeist over Paas-kaars

Foto: pixabay

De paaskaars in de protestantse traditie

Op de website van de Evangelisch-Lutherse gemeente Utrecht-Zeist staat interessante info over de Paaskaars. Hier een fragment.

De paaskaars in de protestantse traditie

In een van de vergaderingen van de werkgroep eredienst kwam het gebruik van de paaskaars in de Protestantse Kerken aan de orde. Aanleiding was de vraag uit gemeenten om duidelijkheid over de manier waarop tijdens het de drie dagen van Pasen omgegaan moet worden met de paaskaars.

Het oorspronkelijke gebruik van de Paaskaars Het gebruik van de paaskaars gaat terug op een eeuwenlange traditie. Al in de tijd van Augustinus werd de Paaskaars in de Paasnacht, als een verwijzing naar de Opgestane Heer, brandend de kerk binnengebracht onder het driemaal zingen van “Licht van Christus”. Vanouds brandde de Paaskaars van Pasen tot  na de evangelielezing op Hemelvaart. Zo was de Paaskaars het teken van de Heer die na zijn verrijzenis gedurende veertig dagen verscheen aan zijn apostelen. Sinds het Tweede Vaticaans Concilie wordt in de Rooms-Katholieke en Oud-katholieke Kerk de Paaskaars na het Pinksterfeest gedoofd. Daarmee wordt benadrukt dat de Heer ons niet als wezen heeft achtergelaten, maar zijn Geest heeft gezonden opdat de gemeente zelf drager van het licht van Christus zal zijn. Na het Pinksterfeest wordt de paaskaars bij de doopvont neergezet en alleen ontstoken bij vieringen waarin op een bijzondere manier de Opgestane Heer in het vizier komt, zoals bij doop en uitvaart.

Voor de gehele tekst zie: http://www.lutherkapel.nl/default.aspx?lIntNavId=19614

Cookieinstellingen